Veel ouders willen graag iets doen om hun kind te ondersteunen bij begrijpend lezen, maar weten niet goed wat er thuis mogelijk is zonder dat het voelt alsof ze extra les moeten geven. Zeker in groep 3, waar lezen nog vooral technisch gericht is, lijkt het soms alsof begrijpend lezen iets is voor later. Toch speelt thuis een grote rol: kinderen die in een taalrijke omgeving opgroeien, ontwikkelen vanzelf vaardigheden die helpen bij het begrijpen van teksten.
Het goede nieuws is dat ouders zonder werkbladen, lestijd of ingewikkelde strategieën heel veel kunnen betekenen voor het leesbegrip. In dit artikel lees je hoe dat werkt, welke activiteiten wél effectief zijn en hoe je ouders concrete, laagdrempelige handvatten kunt geven.
Begrijpend lezen draait uiteindelijk om één ding: betekenis geven aan taal. Dat proces begint lang voordat een kind zelf kan lezen. Elke dag horen kinderen taal in gesprekken, verhalen, uitleg en dagelijkse situaties. Die taal vormt de basis van:
woordenschat,
taalbegrip,
wereldkennis,
denkstrategieën.
Juist deze elementen bepalen voor een groot deel hoe goed een kind later teksten begrijpt. Thuis wordt dus ongemerkt een belangrijk deel van de voorwaarden voor begrijpend lezen gelegd.
Voorlezen blijft, ook in groep 3, de meest effectieve manier om begrijpend lezen te stimuleren. Het niveau van gesproken taal in voorleesboeken ligt veel hoger dan wat kinderen zelf kunnen lezen (lees ook: Van hakken naar snappen). Daardoor horen ze nieuwe woorden, complexere zinnen en betekenisvolle verhalen.
Tips voor ouders:
Kies boeken die leuk zijn voor beide partijen, zodat voorlezen ontspannen blijft.
Stop af en toe kort om iets te bespreken: “Wat denk jij dat er gaat gebeuren?”
Leg moeilijke woorden eenvoudig uit, zonder er een lesmoment van te maken.
Herlees favorieten; herhaling helpt kinderen verbanden beter begrijpen.
Begrijpend lezen vraagt om denkvermogen: verbanden leggen, voorspellen, oorzaak-gevolg herkennen. Deze vaardigheden ontwikkelen kinderen ook buiten boeken, gewoon tijdens dagelijkse gesprekken.
Voorbeelden van natuurlijke gesprekjes:
“Hoe denk je dat dit gaat aflopen?”
“Waarom gebeurde dit, denk je?”
“Wat zou jij doen?”
Dit zijn precies de denkstappen die kinderen later toepassen bij het lezen van teksten.
Wanneer kinderen zelf taal produceren, groeit hun begrip van verhalen en situaties. Ouders kunnen dit op een speelse manier stimuleren door vragen te stellen waarbij een kind moet redeneren.
Voorbeelden:
Laat het kind vertellen over de dag: “Wat was het leukste? Waarom?”
Laat het kind uitleggen hoe een spel werkt.
Vraag bij tv-programma’s of filmpjes naar het belangrijkste moment.
Laat kinderen gebeurtenissen samenvatten in hun eigen woorden.
Dit alles versterkt de taalstructuren die kinderen nodig hebben bij begrijpend lezen.
Woordenschat is een van de sterkste voorspellers van goed begrijpend lezen. Gelukkig kunnen ouders hier veel aan bijdragen zonder dat het schools wordt.
Eenvoudige, natuurlijke manieren om dit te doen:
Benoem dingen tijdens uitstapjes: in de supermarkt, in de tuin, in het verkeer.
Gebruik af en toe bewust een iets moeilijker woord en leg het kort uit.
Praat over thema’s die op school spelen, zoals de seizoenen of dieren.
Lees verschillende soorten boeken (informatief, verhalen, strips).
Door woorden op meerdere momenten te horen, beklijven ze beter.
Kinderen begrijpen teksten beter wanneer ze verbinding kunnen maken met hun eigen leven. Ouders kunnen dit spelenderwijs stimuleren door verhalen te koppelen aan wat ze meemaken.
Voorbeelden:
Bij een boek over een bezoek aan een boerderij: “Weet je nog toen we naar de kinderboerderij gingen?”
Bij een verhaal over ruzie: “Hoe voel jij je als zoiets gebeurt?”
Bij een informatief boek over de ruimte: “Wat weet je al over de maan?”
Door ervaringen te verbinden aan tekst groeit het begrip van nieuwe informatie.
Taalspelletjes hebben een positieve invloed op begrijpend denken, zolang ze leuk en kort blijven. Denk aan:
raad het woord (aan de hand van omschrijvingen),
woordenschatmemory,
een voorwerp beschrijven zonder het te noemen,
vragen stellen bij een prentenboek zonder juiste-fout-insteek.
Hierdoor oefenen kinderen het gebruiken van taal, en versterken ze aandacht, redeneren en concentratie.
Veel ouders denken dat ze kinderen moeten laten oefenen met begrijpend-lezen-oefenblaadjes of quizvragen, maar dat is in groep 3 niet nodig en vaak zelfs minder effectief. Belangrijk is dat thuis geen tweede klaslokaal hoeft te worden.
Ouders hoeven niet:
strategieën expliciet aan te leren,
vragen af te werken uit werkboeken,
lange uitleg te geven over tekstbegrip.
Juist ontspannen taalcontact heeft de meeste invloed. Goede oefenboeken kunnen zeker helpend zijn bij het samen oefenen aan begrijpend lezen. Je krijgt dan de juiste strategieën en vragen aangeboden en gaat aan de hand van degelijk materiaal aan het begrijpend lezen werken.
Voor ouders die hun kind extra willen ondersteunen, is er het oefenboek 'Begrijpend Lezen Groep 3' van Educazione. Dit boek bevat teksten op het juiste AVI-niveau, gevolgd door gestructureerde vragen die het tekstbegrip toetsen. De opbouw van de oefeningen sluit aan bij wat op school wordt aangeboden, waardoor het boek uitstekend geschikt is als extra ondersteuning thuis.
Gericht op de kerndoelen begrijpend lezen in groep 3.
Helder vormgegeven, kindvriendelijk en overzichtelijk.
Oefeningen met verhalende én informatieve teksten.
Ideaal als voorbereiding op LVS-toetsen (Leerling in Beeld, IEP, Dia en Boom).
Bereid voor op methodetoetsen.
Begrijpend lezen begint al lang voordat kinderen zelf goed kunnen lezen. Ouders spelen hierbij een belangrijke rol, maar niet door schooltje te spelen. Door voor te lezen, te praten, nieuwe woorden aan te bieden en kinderen te laten vertellen, ontstaat vanzelf een krachtige basis voor tekstbegrip. Op die manier wordt begrijpend lezen geen extra taak, maar een natuurlijk onderdeel van het gezinsleven.